De Trias Politica

Home

Geraakt de trias politica aan haar einde...?
Onze voorouders, vanuit het oude Griekenland bekeken...

Tot zo'n vijfhonderd jaar voor onze jaartelling bestond de bevolking in het oude Griekenland voornamelijk uit een soort van stammen.
Alles was redelijk overzichtelijk en een ieder kende zijn plek in de samenleving.
Sofisten waren de wijze mannen van de gemeenschap.
Vanaf plm. 500 vC. ontstaan langzaam stromingen van allerlei aard.

Het Macedonische Rijk (ook wel Alexandrijnse Rijk) is een eerste 'wereldrijk' waarin de eerder genoemde stammen zich vermengen met andere stammen.
De zaken raken onoverzichtelijk en de eerste filosofen vervangen de sofisten (Socrates, Plato, Aristoteles).
Daarbij wordt de rhetorica (mooi-praten) een belangrijke tak van sport.
Degene die de dingen op het juiste moment het mooiste kan benoemen en uitleggen wordt geloofd als de (vaak enige) waarheid.
Tegen het begin van onze jaartelling, de hellinistische periode, wordt het een beetje een warboel en raakt het Griekse Rijk een beetje achterop ten opzichte van het Romeinse Rijk.

In deze tijd ontstaat een eerste vorm van de trias politica, een soort onderscheid in de nieuw ontstane machten binnen een democratie.
In de democratie heeft de helft plus één officieel het gelijk aan haar zijde.
De macht en uitvoering wordt eerlijk gedeeld in de nieuwe organisatievormen.
De oude Romeinse godin Justitia komt tevoorschijn, bloot, met haar blinddoek die moet waarmerken dat zij rechtspreekt zonder aanziens des persoons, haar weegschaal waarmee ze alle voors en tegens van partijen afweegt en ten slotte met het zwaard waarmee het vonnis wordt geveld.

In Noord-West Europa kenden de Germaanse stammen ook al vroeg (vanaf -zeg- de 13de eeuw) een soort van tribale club, een dorpsoudste met een aantal wijze (lees: rijke) mannen die in gezamelijk overleg rechtspraken.
Via de adel ontstond uit verschillende vormen van rechtspraak in de eeuw van de rede (18de eeuw) uiteindelijk een wetgevende en een uitvoerende macht.

In onze contreien was het met name Napoleon Bonaparte (1769 - 1821) die wetten en regels ordentelijk op schrift liet stellen.
Vandaag de dag komt een wet tot stand door een wetsvoorstel van regering samen met Tweede en Eerste Kamer.
De wet wordt een feit na het Koninklijk Besluit en publicatie in de Staatscourant.
Uiteindelijk ontstaat zo de Trias Politica uit (1) een wetgevende macht, (2) een uitvoerende macht en (3) een zgn. onafhankelijke rechterlijke macht.
Uiteraard maken machthebbers altijd uitzonderingen in de wet mogelijk die voornamelijk in hun eigen voordeel moeten uitvallen.

Als je een klein beetje goed kunt leren dan kun je kiezen voor het vak van jurist.
Het gewone vak van jurist is goed te vergelijken met dat van de sofistiek van enige honderden jaren vC.
Het komt er nog altijd vaak op neer dat degene die het best kan kletsen op voorsprong komt.
Je kunt tijdens je studie rechten kiezen voor een loopbaan in het bedrijfsleven, als advocaat of na verloop van een juristentijd als rechter.

In grote lijnen kennen we de kantonrechter voor de wat kleinere zaken tot plm. vijfentwintig duizend euro.
De bestuursrechter voor het slechten van conflicten tussen burger en bestuurders van gemeente of provincie.
De strafrechter gaat gewoonlijk over vermeende strafzaken van burgers tegenover het OM (Openbaar Ministerie).
Indien echt grote haast is geboden dan kennen we daarvoor het kort geding wat gewoonlijk in enkele dagen of weken kan worden afgerond en in echte noodgevallen soms zelfs al de zelfde dag.
Voor bepaalde beroepsgroepen bestaat een tuchtrecht, enigszins vergelijkbaar als een vorm van het strafrecht.
In veel zaken mag de burger zelf het proces voeren of mag of moet die burger zich laten vertegenwoordigen door een advocaat.

Uiteraard zijn er gaande het proces allerlei zijweggetjes mogelijk zoals o.a. wraken van een rechter bij het verdenken van partijdigheid van de rechter.
In dat geval komt het proces tijdelijk tot stilstand en neemt de wrakingskamer een beslissing of de rechter die vermeende partijdigheid kan worden verweten.
Ook is het mogelijk om over een rechter een klacht in te dienen.
In dat geval bepaalt het bestuur van de betreffende rechtbank het vervolg van het proces.

Als je het niet eens bent met de uitspraak
(bij beschikking of vonnis) in eerste aanleg dan kun je gewoonlijk in hoger beroep.
Nationaal (NL) houdt het meestal op na een hoger beroep (cassatie) bij de Hoge Raad of haar afdelingen zoals de Centrale Raad voor Beroep.
In bijna alle gevallen is ten slotte nog beroep mogelijk bij het Europese Hof van Justitie (HvJ-EU).
Vaak gaat het dan om zaken die te herleiden zijn aan de Europese rechten van de mens (EVRM).

Zelf heb ik als burger verschillende zaken aanhangig gemaakt en heb ook wel eens als gedaagde moeten verschijnen.
In mijn eerste zaak moest ik tegenover het OM verschijnen voor de kantonrechter.
Ik werd betrapt op een kapot achterlicht van mijn schoolfiets terwijl ik zeker wist dat het lampje thuis nog wel brandde.
Alleen al door het verschijnen voor de rechter werd de boete van tien gulden gehalveerd tot vijf gulden.
Enkele jaren jaren later werd ik door een oudere broer voor de rechter gedaagd.
Doordat hij niet voor het hekje verscheen en ik wel werd hij, alleen al daarom, bij verstek veroordeeld en ik vrijgesproken van het mij ten laste gelegde.

en course de construction...

De trias politica

1. De wetgevende macht (Eerste en Tweede Kamer)
2. De uitvoerende macht (regering / ministers)
3. De rechterlijke macht (rechters en OM)

Wat ik het meeste mis in deze trias is een burgerlijke macht, een soort van emotionele macht. Net als een mens wordt beschouwd als bestaande uit lichaam en geest, zou met name de derde macht een emotionele toevoeging moeten krijgen. Een rechtbank met een gewone mensen jury die niet oordelen naar de letter maar naar de geest van de wetten.

In 1810 werd, als gevolg van de inlijving bij het Eerste Franse Keizerrijk, in Nederland de Franse rechtspraak met een jury ingevoerd. Twee jaar later werd de jury alweer wegens bezwaarlijkheid afgeschaft.

Emotie in de rechtbank

In 2007 is op ministerieel niveau voor het laatst besloten geen juryrechtspraak in te stellen.

Enkel- of meervoudige kamer

Bij Schuldvraag en bij Strafoplegging.
Unaniem of democratisch (helft + 1).



© augustus 2022