Rondje La Moselle
Home
Rondje La Moselle
Wie zegt u..?
Hallo, ik ben pensionado Piet en woonverblijf sinds nog niet zo lang in
de Vienne (86) en dat was eigenlijk een ongelukje. Dat woonverblijven
betekent dat het allemaal nog niet helemaal echt definitief is.
Daarvoor moeten een paar wonden eerst ook nog iets beter genezen,
want... Tegen het einde van de dagelijkse beslommeringen in het eigen
bedrijf hebben mijn toenmalige echtgenoot en ik een goed gesprek gehad
over onze toekomst als gepensioneerden met een overdaad aan vrije tijd.
Zo soepel als onze gesprekken de twintig jaar daarvoor waren gelopen,
zo stroef verliep dit overleg. Het resultaat was dat we sindsdien ieder
ons eigen weg maar gaan. Zij met een nieuw vriendje naar het noorden -
geloof ik - en ik met af en toe een nieuw vriendinnetje naar het
zuiden, geloof ik. Ik ben trouwens niet echt kieskeurig voor wat dat
betreft want ik heb ook een hele lieve vriend. Een ouwe trouwe Ford
Transit buscamper, welteverstaan. Trouw is hij zeker maar leg gerust de
nadruk op dat 'ouwe'. Voor deze had ik een nog ouwere maar ook iets
groter model van Fiat Ducato, maar als je toch altijd solo reist heb je
met iets minder juist wat meer. Nu ik dan toch in Francia terecht ben
gekomen is het mooi meegenomen dat ik in Nederland al een stevig
partijtje petanque (jeu de Boules) kon spelen. Als ik hier nu gewoon
een paar weken thuis ben speel ik met de dorpsgenoten vaak zes middagen
in de week. Daardoor kom ik waarschijnlijk ook altijd tijd tekort, maar
ach, ik ben toch gepensioneerd...
La Moselle
Veel reisjes staan nog in mijn geheugen maar deze topper zal nog lange tijd bovenaan in mijn geheugen aanwezig blijven.
DEEL I
Toen ik na een goed gesprek solo ben geworden, mocht ik natuurlijk
zonder mij te hoeven schamen, rondneuzen op verschillende datingsites.
Dat heeft niet zo lang geduurd. Waarom weet ik nog altijd niet maar ik
had gelijk beet. Laat ik haar hier maar even Annie noemen. Werkelijk
een schat van een vrouw maar ze wilde wel direct een vaste relatie.
Iets waar ik nog even niet aan moet denken. Oké, gewoon
vriendschap was als haar tweede keuze ook goed. Je weet hoe dat gaat
(of misschien weet je dat ook wel niet), je mailt eens wat en je belt
een eerste keer en nog eens een keer. Afin, na drie mailtjes en drie
telefoontjes hebben we in het echie kennisgemaakt. En om echt goed
kennis te maken besloten we twee weken op elkaars lip te gaan zitten en
stippelden samen een camperreisje uit.
Al heel lang stond een reisje langs de Moezel op mijn verlanglijstje.
Dat leek Annie ook een prima idee, hoewel ze nog nooit een camper van
binnen had gezien. Nauwelijks een week later gingen we al. De zeer
voorspoedige reis naar Koblenz en vervolgens via o.a. Trier en Metz
richting Nancy zijn nu even niet van het grootste belang. Daar zijn al
zoveel reisverslagen van. Dit verhaal begint eigenlijk op een vrije
camperstaanplaats in Millery (F). Heerlijk aan 'La Moselle' word ik 's
morgens rond zeven uur, badend in het zweet wakker met een vervelende
druk op mijn borst, met uitraling naar zowel linker- als rechter pols.
De druk/pijn verdwijnt maar niet. Dat is raar. Na ongeveer een uur nog
altijd de zelfde stevig drukkende pijn. Nou, dan nog maar een kop
koffie en nog maar een sigaretje.
Intussen heb ik Annie wel uitgelegd hoe je op een DomDom kunt zien waar
je precies bent en middels de keuze 'Help' ook een arts of ziekenhuis
o.d. kunt bereiken. Even later besluit ik evenwel niet langer af te
wachten maar vraag zelf DomDom om ons naar het dichtstbij zijnde
ziekenhuis te brengen. Dit blijkt het bescheiden lokale hospitaal in
Pompey (F), ruim zes kilometer verderop te zijn. Ik vind intussen alles
best, als ik maar van die vervelende pijn wordt verlost.
Na de camper een beetje slordig te hebben weggezet kost het stukje van
minder dan vijftig meter lopen naar de receptie mij grote moeite. De
secretaresse waar we ons als toeristen uit 'Les Pays-Bas' melden
begrijpt, doorziet en overziet de ernst van de situatie ogenblikkelijk.
Ze beent met grote passen direct een gang in om een dokter te zoeken.
Die komt al na twee tellen aangesneld. Na een zeer sumiere uitleg pakt
hij mijn arm vast om mij tegen vallen te beschermen. Ik schijn
plotseling wel erg wit van kleur weg te trekken. Magere Hein heeft voor
mijn laatste reis reeds een wit laken over mijn schouders gedrappeerd,
zo lijkt het. De arts vraagt mij mijn mond wijdopen te doen, mijn tong
omhoog te krullen en spuit er vervolgens een flinke dosis 'spul' in.
Hier schrikt Magere Hein behoorlijk van en zet het voorlopig op een
lopen. Vervolgens helpen de dokter en een collega van hem mij op een
soort bedbrancard te gaan liggen.
In rap tempo vindt overleg plaats en binnen een paar minuten is er een
team van acht begeleiders samengesteld die ons met gezwinde spoed in
wel twee ziekenauto's tegelijk naar het CHU in Nancy zullen vervoeren.
De voorste auto - met o.a. Annie - rijdt floepsnel en maakt met sirene
en lichtsignalen een volgende weg of kruising alvast vrij zodat de
tweede auto - waar ik als patiënt in lig - ook met zwaailamp en
hoorngeschal, op hoge snelheid door kan rijden. De reis van ongeveer
vijfendertig kilometer over een stuk snelweg en een flink deel door de
stad, duurt dan ook nauwelijks een kwartier.
In het CHU (Centre Hospitalier Universitaire) te Nancy-Brabois is op de
afdeling cadiologie een team deskundigen zich al op mijn komst aan het
voorbereiden. Via de Ziekenauto-entree beland ik in no-time op een
snijtafel in één van de vele cardio OK's en wordt mij
gevraagd en ongevraagd reeds van alles toegediend. Na ruim een uur is
het ergste leed geleden, is de patiënt buiten levensgevaar en
stabiel te noemen, volgens het medisch team. Nou, dat was dus een
hartaanval. Er is door een spoedinterventie in éen van de drie
coronaire slagaders een 'stent' geplaatst. Daarna volgt een verblijf
van vier dagen op de Cardio Intensive Care (CIC).
Het is op deze CIC feitelijk best goed toeven, voor iemand die
eigenlijk ook net zo goed, gewoon dood had kunnen zijn. Ik word al
direct bij aankomst ruim voorzien van eten, drinken en een behoorlijke
portie, vooral ook door mij zelf door zenuwen aangezwengelde
vrolijkheid. Ook zie ik nu voor het eerst met eigen ogen dat mijn
'begeleidster' en nog spiksplinternieuwe vriendin zeker niet wordt
vergeten. Indien we de komende dagen goed doorstaan staat een volgende
operatie voor a.s. maandag op het programma.
DEEL II
De voorbereidingen voor die volgende interventie beginnen al uitgebreid
op de zondag. Veel voorlichting over hoe, wat en waarom. Ik word
uitgebreid geschoren, vooral tussen navel en beide kniën, maar ook
de beide armen tussen polsen en ellebogen. Er moet gedoucht worden met
iets van vloeibare jodiumzeep. Ook morgenvroeg volgens voorschrift
opnieuw douchen met dat roodbruine stinkgoedje. Na middernacht mag er
niets meer worden gegeten of gedronken. Nee, ook geen water. Die morgen
word ik behoorlijk met rust gelaten. Geen 'petit déjeuner' met
koffie, pain en van die heerlijk verse croisants. Uiteraard vinden wel
de nodige metingen plaats en word ik gemaand mij al douchend te ontdoen
van iedere smet.
Om ruim tien uur komen een stel potige mannen mij met bed en al ophalen
en laten mij in het voorportaal van verschillende cardio OK's achter.
Hier neemt een uitstekend Frans sprekende zuster mij over. Voor een
laatste zenuwplas wordt mij een 'pipi-pistolet' aangereikt. In de OK
word ik in alweer uitstekend Frans toegesproken door twee heren
doktoren. Pas op met vooroordelen maar het lijken in mijn ogen beide
eerder Marokaanse sumo-worstelaars dan fijn vingergevoelige chirurgen.
Ik sidder en beef, alleen al vanwege hun vrolijke maar ook brute spel
in hun voorbereidingen. In mijn aangezicht worden de nodige atributen
uit hun steriele omhulsels vandaan gehaald en op een grote werktafel
uitgespreid, onder het uitstoten van mij onbekende kreten en nogal
lompe danspasjes van beide 'chirurgen'. De weelderige tatoos met
Arabische(?) tekens in de nek en hals van één van hen
staan me eigenlijk helemaal niet aan. Eigenlijk staat mij dit hele
tafereel niet aan laat mijn ongenoegen luid en duidelijk merken.
Gaandeweg testten we ook alvast onze onderlinge mogelijkheden tot
communicatie. Veel beroerder kan bijna niet. Zij geen woord Engels,
(dan) ik dus geen woord Frans. In de meeluisterende regiekamer wordt
druk overleg gevoerd. Uiteindelijk wordt besloten het ongtwijfeld zeer
kundig en vrolijke duo te vervangen door de beide heren die mij eerder
ook - en zeer naar genoegen - hebben geholpen. Voor zover ik kan
beoordelen een zeer goed op elkaar ingespeeld team. Gelukkig. Het
bloederig feest kan beginnen.
Na al een hele week voornamelijk verplicht op mijn rug te hebben
gelegen, ligt deze snijplank eigenlijk wel het allerbelabberst van alle
andere matrasachtigen. Na mijn opmerking daarover wordt niet het liggen
verbeterd maar wordt vanuit de regiekamer opgelost door mij een scheut
pijnstillende middelen toe te dienen via het reeds eerder aangelegde
zoutwater slangetje in mijn arm. Dat mijn hoofd telkens van het uiterst
sumiere kussentje wegglijdt is niet met pijnstillers op te lossen, en
dus wordt daar maar niets aan gedaan. Tijdens de hele operatie houdt
het afglijden van mijn hoofd van dat kussentje mij behoorlijk bezig.
Misschien maar goed ook, een beetje afleiding is soms wel goed voor een
mens, vooral tijdens een operatie waar je verder met je volle verstand
bij aanwezig mag zijn.
Het is werkelijk een sterk team, deze beide heren. Ik hoor en zie heel
veel overleg tussen hen beiden. Af en toe wordt mij wat gevraagd of
geef ik ongevraagd een opmerking over wat ik hoor, zie of voel. Niet
alleen de hoogstnodige problemen worden vakkundig opgelost maar er
wordt ook iets verder in de nabije toekomst en verwachting gekeken.
Intussen is er een klein uur aan voorbereiding verstreken, ruim een uur
daadwerkelijk aan en rond mijn hart geknutseld en het nawerk vraagt ook
nog eens een half uurtje. Het is half drie als ik weer op zaal wordt
gebracht. Geen IC deze keer maar gewoon de zelfde
éénpersoons zaal waar ik even eerder ook vandaan ben
gekomen.
Van alle kanten komen nu zaalzusters aangesneld. Eén stel houdt
zich bezig met meten is weten (als je weet wat je meet) en een ander
stel voorziet mij ruim van gevraagde wensen en behoeften. Alles wat
mijn hartje op het gebied van eten drinken begeert wordt mij voorgezet.
Even later val ik tevreden in slaap, word af en toe even wakker en val
weer in slaap. Natuurlijk steekt ook Annie haar hoofd regelmatig even
om de hoek van de deur. De kanjer heeft het trouwens voortdurend druk
met zaken te regelen via alarmcentrales, met haar totaal onbekende
familieleden en in allerlei andere vaak directe contacten. Wat denk je
hoe zij het klaarspeelt om de camper van het vorige ziekenhuis in
Pompey naar hier te laten halen. Vanuit mijn kamer zie 'm op de
parkeerplaats staan. Dat is dus al een paar dagen haar huisje.
DEEL III
Zo het er nu naar uitziet worden we twee dagen later per ambulance naar
Utrecht vervoerd en volgt de camper enkele dagen later. Er was ons dus
telkens voorgehouden dat - als alles normaal zou verlopen - wij op
woensdag vervoerd zouden kunnen worden. Zowel de personen- als de
autoambulance wilde graag een dag van tevoren bericht over het vertrek.
Op dinsdagmorgen ontstaat er evenwel behoorlijk paniek. Rond tien uur
krijg ik te horen dat ik vrijwel op staande voet zal worden ontslagen
omdat de kamer nodig is voor een volgende patiënt. Na nog een paar
metingen en een eindcontrole door een cariodokter word ik vriendelijk
doch dringend verzocht de kamer voor drie uur te hebben verlaten. Onze
daaruit voortvloeiende problemen zijn niet hun zorg.
De hulpverlening via de alarmcentrale kan op dit moment niet veel
anders doen dan ons een hotelletje en een taxi om daar naartoe te gaan,
aan te bieden. We bedenken zelf dat al onze kleding en aanverwante
zaken in de camper liggen. Die hebben we nu deels direct nodig en er
moet veel worden opgeruimd en weggegooid. Tijdens mijn ontslagcontroles
was Annie natuurlijk alvast begonnen met het op orde maken van de
camper. Als ik van mijn kamer word vrijgelaten kom ik natuurlijk
gezellig helpen. We schieten beide trouwens behoorlijk in de stress en
komen veel adem tekort.
Het regent. Niet veel maar net genoeg om behoorlijk nat van te worden.
De meeste voorraad uit de koelkast moet worden weggegooid. We moeten de
nodige kleren verzamelen en al het overige opruimen. En als wij
weggaan, waar laten we dan de sleutel van de camper? De receptie bij de
slagboom van het parkeerterrein wenst niet mee te werken. De receptie
van het cardiohuis is iets soepeler en neemt de autosleutel en kenteken
wel in ontvangst. Met giga-veel handbagage melden wij ons bij de
eerstvolgende taxi in de rij. Hij mag ons evenwel niet vervoeren omdat
wij naar een adres willen buiten zijn bevoegd rayon. Geen van de stuk
of zes taxi's in de rij kan of mag ons wegbrengen naar ons hotel. Ook
dat is blijkbaar Frankrijk.
Via veel vijven en zessen regelt Annie een taxi uit de stad die wel
voldoende bevoegdheid heeft. Nu we beide van hier vertrekken zal ook de
camper naar een andere plaats moeten verhuizen. We blijven met onze
vele bagage heen en weer zeulen. Wat doe je als de dokter heeft gezegd
dat ik zo vlak na de operatie feitelijk niets mag tillen en Annie dit
alleen toch ook lang niet aankan? Juist ja, je gaat er beide behoorlijk
aan kapot.
De receptie van het hotel is inmiddels op de hoogte gesteld van onze
komst. Nou ja, niet precies natuurlijk want er zijn wel twee
tweepersoons kamers geboekt i.p.v. die éne waar wij, nog altijd
op verkenningstocht bij elkaar, toch echt genoeg aan denken te hebben.
Ook in Nancy hebben ze blijkbaar een hekel aan toeristen want er moet
bij vooruitbetaling 'citytax' worden betaald. Trouwens, we zijn op dit
moment nauwelijks als toerist aan te merken. Ongetwijfeld bestaat er in
het land waar de ambtenarij is uitgevonden - net als in Nederland - een
formulier om deze bezoekersbelasting terug te kunnen vragen maar ze
mogen ze deze keer van mij hebben.
Gewoonlijk moet de kamer de volgende morgen voor elf uur leeg worden
opgeleverd. De ambulance die ons zal komen halen zal hier rechtstreeks
vanuit Nederland evenwel niet voor twee of drie uur kunnen zijn. We
kunnen die tussentijd op de stoep gaan zitten of door bijbetaling op
onze kamer blijven. Vanwege de declaratie willen we wel graag een
factuur of een bonnetje van onze betalingen. Dat blijkt in dit geval
niet eenvoudig. Appart City Hotels is een Spaanse organisatie en de PC
op de receptie heeft geen printer maar staat wel rechtstreeks in
contact met het hoofdkantoor in Spanje. Het bonnentje kan niet in het
hotel worden geprint maar dit zouden we thuis via internet zelf moeten
kunnen regelen. Logisch, natuurlijk.
In een winkeltje om de hoek haalt Annie nog gauw even een kleinigheid
te eten. Na deze snoeperij vallen we vervolgens rond zeven uur beide
als een blok in slaap. Diep in de nacht worden we natuurlijk wel even
wakker en spelen gezellig een spelletje 'Skip-Bo'. Vervolgens draaien
we ons tussen de lakens nog eens heerlijk om. De volgende morgen
vertragen wij ons met het nuttigen van een wel zeer uitgebreid ontbijt.
Opnieuw spelen we een spelletje om de tijd te doden. Ook het innemen
van de uitgebreide medicatie vraagt de nodige aandacht en dus tijd. Om
twaalf uur laten we het bad nog maar eens heerlijk vollopen en spoelen
de laatste Franse zweetdruppels van ons af.
Op de afgesproken tijd van ongveer twee uur komt onze ambulance
voorrijden. Niet rechtstreeks, horen we later maar zij zijn al bij
verschillende ziekenhuizen geweest. Na omzwervingen en navraag kwamen
ze gelukkig toch gewoon bij ons hotel terecht. Na kennismaking en een
bescheiden medische in-take zijn we gaan inladen en vervolgens rijden.
Met enkele korte stops onderweg was de hele terugweg van Nancy naar
Utrecht natuurlijk een fluitje van een cent. Het moet tijdens die stops
op een groot parkeerterrein trouwens wel een vreemd gezicht zijn
geweest als een ambulance stopt, de brancard met een patiënt er
uit wordt gerold en de patiënt vervolgens van het beddeke afstapt
en een beetje gaat rondwandelen.
Tegen acht uur 's avonds kon Annie de sleutel van haar apartement in
Utrecht in het slot steken en zat onze geplande, maar toch ietwat
anders gelopen reisje langs de Moezel er op. Tja, en is zo'n reis dan
ook een goede kennismaking? Voorlopig weet Annie vrij zeker dat mijn
levenspomp pas is gereviseerd en weet dat Annie niet voor een kleintje
is vervaard. Gewoon een kanjer, dus!
Vienne (86)
Nou, dat reisje langs de Moezel was voor het grootste deel dus niet
echt een leuk vakantietripje. Dat kon beter, dat moest beter. Na een
paar weken van revalidatie hebben Annie en ik opnieuw de stoute
schoenen aangetrokken en zijn opnieuw met onbekende bestemming naar
Frankrijk vertrokken. De eerste uitgebreide stop maken we al in
België. Na wekenlang alleen maar vreselijk gezond voedsel
schreeuwt mijn maag om een heerlijke berg Belgische frieten met een
zalige klodder majonaise. Tja, uiteindelijk was mijn maag niet ziek
geweest. We zijn de nacht ook maar daar gebleven en hebben de volgende
morgen tegen twaalven nog zo'n heerlijke puntzak bij het zelfde
frietkot genuttigd.
Na onze tweede trip door Frankrijk heb ik Annie weer naar Utrecht gebracht en ben zelf in La Douce France gebleven.
Af en toe appen, bellen of ga ik nog wel eens naar Utrecht maar een echte relatie is er niet van gekomen, maar...
Ze leefden nog wel lang en gelukkig, samen appart...
Terug naar boven
© Piet Bult, sept. 2014